Vandaag vier ik een heel speciaal jubileum, vind ik zelf. Ik speel namelijk precies veertig jaar gitaar!
Dat ding heeft dus hoegenaamd het grootste deel van mijn leven bepaald en ik heb tijdens het nachtelijk waken eens wat lijstjes en sommetjes gemaakt.
Zo kwam ik er toe dat ik intussen minstens zo’n 15.000 tot 30.000 uur studie achter de kiezen heb en zo ongeveer 4.000 keer op de planken heb gestaan met Crash Landing, Highway
Chile, Helloise, Bertus Borgers & the Groove, Hurricane Bob, Ben Blue’s Blues Band, Big Bucks & Easy Money, K’BAM!, Madame Jeanette & the Peppers, Ali B. e
n solo. En dan vergeet ik er waarschijnlijk nog een paar. En natuurlijk projecten en jams en zo.
Een paar jaar, doo
r de eerste bands nooit op vakantie omdat er altijd wel ergens zomerfestivals waren waarvoor je je beschikbaar hield en daarna nog een paar jaar nooit op vakantie omdat er elke dag 8 uur geoefend moest worden en dat schema wilde je niet verstoren. Mafkees, maar dat heeft de muziek me intussen terugbetaald middels “gratis” vakanties op Bonaire en pas nog Terschelling. Lekker!
Ik heb ontzettend gave voorprogramma’s gedaan. Van Whitesnake (omdat Ozzy niet kwam opdagen), Motorhead (In Paradi
so, waar Lemmy Killmister ons persoonlijk een extra krat bier kwam brengen), Twisted Sister (waar we tijdens hun soundcheck niet in de zaal mochten luisteren), Michael Schenker (de rotzak soundcheckte net zo lang tot het publiek binnenkwam) en met Anton in het voorprogramma van Willy deVille (die was verdwaald in het bos, zodat wij veel langer moesten spelen) en ook hier vergeet ik vast wat.
Naarmate de bandnamen groter worden, wordt mijn rol kleiner. Om de kunst van de grote jongens af te kijken heb ik ook nog geroadie’d. Voor de Stones, David Bowie, Supertramp, Queen, Roger Waters en Dexys Midnight Runners. En nog wel een paar denk ik. Kisten sjouwen, lampen ophangen, handdoekjes neerleggen. Ik heb de twaalf Vox versterkers van Brian May aangeraakt en ben tijdens hetzelfde concert op de kop gezeken door een dronken boer uit het publiek. Kon er wel bij.
Die ellendige gitaar van Ted Nugent gewonnen en na een jaar weggedaan omdat Ted een dusdanig onprettig persoon was dat ik niks van hem wilde weten of hebben. Geruild voor een gitaar die toch een beetje tegenviel en die weer geruild tegen een versterker. Die heb ik opgeblazen. Zo gewonnen, zo geronnen.
En dit jaar alweer tien jaar solo bezig. Met enorme dank aan mijn vrienden in Paddy Murphy’s Irish Pub, waar ik dus intussen ook al minstens 240 keer solo gespeeld heb.
En nog steeds
ben ik vaak voor een optreden een beetje nerveus. Dat snap ik zelf ook niet.
Iedereen bedankt voor de felicitaties, we gaan gewoon lekker door!