Koken is mijn hobby. Muziek maken is dat nooit geweest. Dat was een vroege beroepskeuze, een studie en een loopbaan. Maar ik heb zeer zeker niet “van mijn hobby mijn beroep gemaakt’, zoals mensen graag zeggen.
Decennialang elke dag uren studeren en oefenen, repeteren met bands of alleen, acquisitie, administratie, onderhandelen met lokaties en boekers. Beslommeringen met je medemuzikanten. Altijd weg in het weekend. Het kan allemaal leuk zijn als het je hobby is maar het wordt een heel ander verhaal als het een beroep is. Dan móet het gewoon, of je nu zin hebt of niet en ook als je weet dat het beste wat je met een optreden kunt bereiken is dat de mensen geen last van je hebben. Of als je ’s avonds na het eten niet op de bank kunt gaan zitten maar je spulletjes in de auto moet leggen om te gaan optreden. Een prachtig vak, maar geen hobby voor mij.
Daarom wil ik mijn hobby, koken, ook niet verknallen door dat soort druk erop te leggen. Ik kook op mijn dooie gemak, zonder haast of te hooggespannen verwachtingen, niet te veel couverts en lekker rustig mijn mooie kookspulletjes inzetten om iets in elkaar te knutselen wat bijna altijd heerlijk is en heel soms een beetje tegenvalt. Nou ja, dat is dan ook niet erg, want het is maar een hobby.
Mensen hebben wel eens gesuggereerd dat het toch wel enorm leuk voor me zou zijn als ik een eigen restaurantje zou openen en dan lekker koken en daarna fijn spelen en zingen voor de gasten. Wat een afschuwelijk idee! Heel de dag en avond werken en geen hobby meer over. Nee, we houden het leuk.
Met mijn gekokkerel houd ik altijd rekening met het dieet van mijn lieftallige eega. Op dit moment is dat al een tijd glutenvrij en koolhydraatarm dus daar is wat extra creativiteit nodig. Gelukkig zijn er geen restricties in kruiden en specerijen dus daar ga ik dan ook volledig mee los. Ik neem veel recepten van de “Low Carb Chef” als uitgangspunt, maar die maak ik dan wel een flink stuk pittiger.
Zo ook zijn recept voor erwtenloze snert. Een uitstekend recept, maar als je net als ik graag veel tijd in de keuken doorbrengt heb ik hier mijn eigen opgeleukte turbo-versie voor je. Het duurt even maar dan heb je ook wat!
Erwtenloze snert.
Ingredienten:
- 1 à 2 flessen wijn naar keuze
Voor de marinade:
- 1 knoflook-ui
- Grof zeezout of Himalayazout naar smaak
- 2 theelepels gerookt paprikapoeder
- 4 laurierblaadjes
- 4 kruidnagels
- 2 theelepels zwarte peperkorrels
- 1 theelepel piment
- 1 theelepel venkelzaad
- 1 theelepel korianderzaad
- 2 eetlepels sojasaus
- 1 eetlepel scherpe mosterd
- Rasp en sap van 1 citroen
- 2 eetlepels honing
- Een serieuze scheut olijfolie, zeg een paar eetlepels
- Boter en nog wat olijfolie om in te bakken
Voor de soep:
- 2 grote of 3 kleine knolselderijen
- 2 à 3 grote rode uien
- 1 stronk broccoli
- 2 grote preien
- 1 courgette
- ½ knoflook-ui
- 4 schouderkarbonaden
- 600 g speklap
- 2 rookworsten
- 6-10 groentebouillonblokjes
- Water
- 6 laurierblaadjes
- 2 kruidnagels
- 2 theelepels gerookt paprikapoeder
- 2 theelepels dragonblad
- Chilipoeder naar smaak
Bereiding:
Dag 1
Schenk een flink glas wijn in, zet een lekker muziekje op en zorg dat je een hoop ruimte, een brandschone keuken en prettig licht hebt.
Neem eerst een lekker slokje wijn en blijf dit gedurende het gehele kookproces met enige regelmaat doen.
Rooster de laurierblaadjes, kruidnagels, zwarte peperkorrels, piment, het venkelzaad en het korianderzaad kort in een loeiheet bakpannetje tot je de lichtere kruiden een beetje ziet verkleuren en er een geur vrijkomt waar je ontzettend blij van wordt.
Doe alle geroosterde kruiden met wat grof zout in een vijzel en stamp het lekker fijn. Nog even extreem voorzichtig zijn met het zout; er zitten een hoop zoute ingrediënten in dit soepje en je kunt er altijd zout bij doen, maar niet eruit halen.
Haal het mes even uit de hakmolen, doe de knoflook in zijn geheel erin, doe het deksel erop en schud als een malle met het bakje tot alle velletjes makkelijk van de knoflooktenen loslaten. Haal de velletjes eraf, maak het bakje schoon met een vochtig doekje en snij de donkere kontjes van de knoflooktenen af. Doe de knoflook terug in de hakmolen, met het mesje erbij dit keer en hak ze helemaal fijn. Voeg nu alle andere ingrediënten van de marinade toe en pureer dit tot een lekker vette pasta. Net zoveel olijfolie toevoegen tot je een dikkige massa hebt die je makkelijk in het vlees kunt masseren.
Neem nu de schouderkarbonades en de speklappen en verdeel de marinade er over. Voor het meest bevredigende effect masseer je de marinade liefdevol met je handen door het vlees heen. Hierna kun je de knoflooklucht van je handen afkrijgen door ze aan een stuk RVS te wassen. Die zijn als zodanig te koop maar ik gebruik gewoon mijn RVS-keukenkraan.
Zet het gemarineerde vlees in de koelkast, ruim de keuken op en was alles af. Ga nu iets leuks voor jezelf doen of gewoon lekker naar bed als je moe bent. Als er nog wijn in de fles zit is het zonde om die weg te gooien.
Dag 2
Haal het vlees tijdig uit de koelkast zodat het op kamertemperatuur is als je het gaat aanbakken. Als je de snert vanavond wil eten is dit dus het eerste wat je doet als je toch koffie gaat zeten. Nadeel is dat als je ’s ochtends of in de voormiddag gaat koken je er kwalijk alweer bij aan de wijn kan gaan dus misschien pas ’s avonds verder koken en morgen opeten, want af en toe een nipje bij het koken maakt het allemaal een stuk gezelliger.
Maak de knolselderij, prei en courgette schoon en snijd in grove stukken. We gaan de boel uiteindelijk toch nog pureren dus dit hoeft allemaal niet zo precies. Snijd ook de ui en knoflook fijn. Wordt dadelijk ook gepureerd dus dit hoeft niet met een pincet. Wel de schillen eraf uiteraard. Als je de ui hard over je werkblad aanrolt en de knoflook met een mes plet zijn ze een stuk makkelijker te schillen.
Neem de grootste bakpan die je hebt, doe daar een flinke scheut olijfolie en een grote homp roomboter in en zet dit op een hoog vuur. Als de boter gesmolten is het vlees in porties bakken totdat alles lekker knapperig en gaar is.
Haal het vlees uit de pan en karamelliseer in het overgebleven vet de ui en de knoflook.
Doe alle groenten in een grote soeppan met zo’n 4 liter water, paprikapoeder en dragonblad en 6 groentebouillonblokjes (In elk geval moet de groente goed onder staan) en kook dit ongeveer 15 minuten tot alles goed gaar is. Doe hier een kruiden-ei of thee-ei bij met laurierblaadjes en kruidnagels zodat je dat eruit kunt halen als je de soep gaat pureren. Ik reken meestal twee bouillonblokjes per liter water maar die kunnen er altijd nog bij.
Snijd intussen het vlees in kleine blokjes en zorg vooral dat er geen scherpe stukjes bot van de schouderkarbonade overblijven. Kluif het vlees dat je niet van de botjes gesneden krijgt er lekker af. Laat even goed tot je doordringen hoe goddelijk die marinade is en als er ergens een vijf in de klok zit mag je ook wel weer een wijntje nemen.
Als de groenten gaar zijn ga je met de staafmixer de soep pureren (Kruiden-ei eruit natuurlijk). Bij mij puilde de 7 liter soeppan al bijna uit maar je kunt op dit moment water, bouillonblokjes, zout en/of peper naar smaak toevoegen om de snert helemaal op smaak te maken. Hou wel genoeg ruimte over voor het vlees. Mocht het een tikkie te nattig zijn dan zet je het vuur wat hoger en laat het een beetje inkoken.
Snijd de rookworst in kleine stukjes en voeg het kruiden-ei en al het vlees toe aan de snert. Laat dit nog een uur pruttelen en haal het kruiden-ei eruit. Je erwtenloze snert is nu klaar maar men zegt dat-ie morgen nóg lekkerder is.
Dag 3
Bon appétit!