Lees hier eerst deel 1: “De jeugdjaren”, “gitaarspelen”, “de motorclub en de Puch Maxi” en “heupbangen en de domme grijns”.

9. Het eerste hondje

Vóór het eerste hondje had ik in het verleden al eens een Hond, samen met dat meisje van de sisirc efildim. Sam was een grote, sterke, zwarte lobbes van een bouvier-kruising uit het asiel, waarbij ze me waarschuwden dat hij nogal aan de lijn trok en alles opvrat wat-ie op straat of waar ook kon vinden. Dus ik was het asiel nog niet uit of het beest trok me omver en verorberde een paar grote hompen teer. En daar is hij de eerste nacht erg, erg ziek van geworden. In de slaapkamer. Op het tapijt. Vlak voor de deur die naar binnen open ging, zodat ik, echt nét wakker,  de troep  zonder water en zeep moest opruimen voordat ik de kamer überhaupt uit kon. Kortom een schat van een beest en ik zag hem met lede ogen samen met het meisje vertrekken toen ze na een jaar of twee besloot om toch maar met iemand van haar eigen leeftijd te gaan spelen. Door mijn werk zou ik niet weten hoe ik ooit in mijn eentje voor iets levends zou moeten zorgen, dus Sam ging met Nicole mee naar Limburg.

Ozzy het hondje. Boek een leuke live act bij Ben's BookingsMaar in 2009 was ik weer Samen. Met Jeanette en hoewel we nog niet samenwoonden dachten we dat het wel te regelen zou zijn om in deeltijd voor een hond te zorgen. Eerst gingen we kijken op sites van asiels en dat was niet erg bemoedigend. Omdat gewone asiels, terecht, teleurstellingen voor hond en adoptief-eigenaars willen voorkomen geven ze alle honden een soort rapport op Internet. Wij zochten een hond die kon reizen in de auto, een tijd alleen kon zijn, met katten, honden en kinderen overweg kon, zindelijk was, redelijk gezond, nog niet geriatrisch en enigszins trainbaar. Ik kan je vertellen dat je het met dit eisenpakket genoeglijk kunt vergeten, dus na maandenlang Asiel-sites te hebben afgestruind hebben we het eigenlijk zo’n beetje opgegeven.

Totdat we op de site terecht kwamen van “Poor Animal”, een verschrikkelijke naam voor een stichting die in het buitenland (Spanje in dit geval) honden redt van de afschuwelijke mishandeling die men daar een gezonde omgang met huisdieren noemt en de beestjes naar Nederland haalt om ze een tweede kans te geven. Lazen we op de “normale” asiel-sites uitgebreide rapporten over de honden waar altijd wel minstens één reden stond waarom we zo’n beest niet konden nemen, bij de foto’s van de vrolijke bastaards van Poor Animal stonden teksten als: “Een lieverd die een nieuw baasje gelukkig wil maken” of “Een fijn kameraadje die een tweede kans verdient”. No sweat, zeg maar.

Dus ik dat nummer gebeld en ik kreeg een mevrouw aan de lijn die zei: “Nou, morgen komt er een vrachtwagen met veertien nieuwe honden uit Spanje dus kom maar kijken.” Wij de volgende dag er heen en daar liepen we door een soort levend tapijt van meer dan honderd honden op naar de nieuwe lading. Mijn oudste dochter, Jeanette en ik. En terwijl de honden op allerlei verschillende manieren reageerden op de reis, de nieuwigheid en een andere omgeving kwam daar ineens een gevlekt mager scharminkel aangelopen, sloeg zijn broodmagere voorpootjes om mijn been en keek me met ongekend grote bruine ogen smoorverliefd aan.

Terug in de auto met Ozzy keken Jeanette en ik elkaar eens aan en zeiden: “Zou-ie eigenlijk wel zindelijk zijn?”

Ben Blue, zanger gitarist met Ozzy. Boek live muziek voor een feestje bij Ben's BookingsDe eerste week wel, bij mij thuis. Maar toen ik hem daarna voor het eerst meenam naar het appartement van Jeanette rook meneer daar haar onlangs overleden katten en piste gelijk maar even de bank onder. “Dat beest gaat terug!”, brieste ze nog, maar het is verbazingwekkend hoe je in een week aan een beestje kunt hechten dus na een goed inhoudelijk gesprek besloten we de rakker een tweede kans te geven, en heeft hij zich daarna gedragen. Op dat vlak, dan.

Hoewel ik de naam Ozzy geweldig vind voor mijn eigen kleine prince of darkness, heb ik hem die niet toebedeeld. De naam stond al in het paspoortje dat-ie uit Spanje meekreeg, evenals het ras “Mestizo”. Jeanette en ik rekenden onszelf nog even rijk in de wetenschap dat we toch maar mooi een echte rashond hadden bemachtigd, tot we er achter kwamen dat “mestizo” Spaans is voor bastaard.

Ozzy is, zoals gezegd een klein Spaans bastaardje maar hij heeft wel het machismo dat bij het land van afkomst hoort. Hij is er dus van overtuigd dat hij ons roedel moet beschermen en dat gecombineerd met een behoorlijke angst voor andere honden levert soms een idioot gedrag op van grommend en grauwend op andere honden afstormen, het liefst exemplaren van twee keer zijn maat die hem desgewenst met één hap doormidden kunnen bijten, en er dan weer piepend vandoor gaan. En wij maar weer mompelen van “Sorry hoor, mevrouw. Dat doet-ie anders nooit…”

10. Het autootje

Op een gegeven moment was het latten van Jeanette en mij niet meer te doen. We hadden de gezamenlijke zorg voor Ozzy en we (vooral ik) pendelden heen en weer tussen mijn flatje in Rotterdam Zuid en Jeanette’s appartement op de Blaak. Maar ik speelde toen ook al in zes bands en voor verschillende bandjes moest ik met verschillende apparatuur en kleding op pad, dus moest ik elke week een rooster maken, mét kleurtjes, over wanneer wie waar was, met welke apparatuur en/of het hondje of de auto dan wel een fiets of dat iemand met openbaar vervoer reisde en welke kleding waar opgeslagen moest liggen, ik werd er gék van.

Dus werd het tijd voor weer een goed inhoudelijk gesprek en heb ik Jeanette kunnen overhalen om twee oude zwervers in huis te nemen: Ondergetekende en dat hondje. Een beetje krap maar als je echt wil past er veel liefde in weinig ruimte. Er was nog wel een extra uitdaging met de vervoersmiddelen. De Blaak is hartje centrum midden van Rotterdam en daar ga je niet even lekker een stukje gratis parkeren. Of voor weinig. Of voor een enigszins redelijk bedrag. Nee, je bloedt gewoon dood daar, met je auto. Nu had Jeanette bij haar appartement een parkeerplaats voor één auto aangeschaft waarvan je zou denken dat-ie van puur goud gemaakt was, qua prijs, maar nog een plaats erbij was gewoon volslagen onmogelijk. Dus wat moesten we met mijn vervoersmiddel?

De oplossing was om die bij metrostation Slinge in Zuid te stallen en hem op te halen als we echt eens twee wagens nodig hadden. Maar de auto zou daar dus vaak weken of maanden zonder toezicht staan en Zuidwijk is nu niet een van de allerfijnste wijken in Rotterdam. Nu was ik net aan een nieuwe auto toe dus ik naar een betrouwbare handelaar met de vraag: “Heb jij een auto die niemand wil stelen?”. Hij keek me zo eens aan, streek met de hand over de kin, schudde zijn hoofd eens en zei: “Nou ja, ik heb wel wat staan, maar dat wil je niet hebben, man”. En omdat ik toch wel eens wilde weten wat dat dan was, nam hij me mee naar een: Daihatsu Move.

Daihatsu Move. Live muziek voor een klein feestje huur je bij Ben's Bookings.Dit is zonder twijfel het meest lullige autootje dat ooit door een geflipte Japanner op een katerige maandagochtend bedacht is. Een drietakt pausmobieltje met kleine poppenwieltjes, een hoge zit, enorme ramen en een Stoerheids-score van -1,000.000.

Dus ik heb dat Pieremagocheltje direct aangeschaft en ik kan je niet vertellen hoe blij ik er nog steeds mee ben. Niet alleen is er haast nooit ingebroken (Eén keer heeft een junk het nodig gevonden om het spotgoedkope radiootje er uit te slopen, maar dat kon blijkbaar zonder braak en ik wens hem er veel geluk mee) maar ik word helemaal gelukkig als ik ga tanken, of als ik het ding in een petieterig parkeerplaatsje prak waar je een gewone auto nooit kwijt zou raken, als de wegenbelasting binnenkomt of de verzekeringspremie, of als ik naast een blufferige pet-bontkraag in een Golf sneller op weet te trekken bij een stoplicht (Want dat verwachten ze niet, gnarf gnarf). Het ding is comfortabel genoeg dat ik er mee over de Afsluitdijk ben gereden, heeft een laadcapaciteit waar menig normale auto niet tegenop kan (Omdat-ie zo hoog is en de achterbankjes helemaal kunnen inklappen) en hij heeft zelfs elektrisch verstelbare buitenspiegels en elektrische ramen! Dat laatste is nog wel een keertje tegengevallen toen ik ergens midden in de winter alle raampjes tegelijk dicht wilde doen en dat niet helemaal de bedoeling bleek te zijn. Dus knalde er een zekering uit en gezien mijn technische vaardigheden zat er niets anders op dan met alle ramen wijd open door de striemende regen over de Brienenoord brug terug naar huis te kachelen. Maar als dit autootje overlijdt wil ik eigenlijk precies zo’n zelfde. Stoer is het echter wederom niet.

11. Het brilletje

De liedjesbakker is ook koekenbakker. Boek lekkere live muziek bij Ben's Bookings.Op zich is het niet raar dat vader al een tijdje aan de bril is. We worden tenslotte allemaal een dagje ouder en dat komt met gebreken. Dus ook voor mij is het moment gekomen dat de armen te kort werden om het leesvoer ver genoeg bij de ogen vandaan te houden en ik ben aan de leesbril. Helemaal niet erg, ik ben ze alleen wel de hele tijd kwijt. Het plan is al een tijdje dat er in elke jaszak eentje zit en in elke kamer van het huis een ligt, maar de praktijk is anders. Je leest iets op plek A, loopt met het brilletje nog op naar plek B en uiteindelijk liggen ze allemaal bij elkaar op een hoopje in een kamer waar je zelf niet bent zodat je nog steeds geen steek ziet.

Eigenlijk vind ik geen enkele bril echt tof staan, maar om de één of andere reden gaat mijn voorkeur uit naar die kleine ronde modelletjes. Die kun je vriendelijk omschrijven als “kek”, maar wellicht is het woord “ballerig” ook wel op zijn plaats. Nou ja, ik draag ze gewoon, kan ik tenminste nog eens wat lezen.

12. Het tweede hondje

Twee jaar geleden zijn we toch maar wat groter gaan wonen, van een appartement aan de Blaak naar een grote-mensenhuis aan het Schollebos in Capelle a/d IJssel. Voor Ozzy natuurlijk geweldig, want het hele bos is een hondenlosloopgebied en van strak aangelijnde wandelingetjes tussen het drukke verkeer van de Blaak gingen we nu naar drie forse boswandelingen per dag. En al snel begonnen we aan een kameraadje voor Ozzy te denken.

De podenco van gitarist zanger Ben Blue. Leuke live acts voor elk feest bij Ben's Bookings.

Deze nieuwe viervoeter zou een tweeledige functie dienen. Ten eerste uiteraard gezelschap voor Ozzy maar ook een beetje een waakhond. Jeanette had bijna altijd in appartementen gewoond en moest een beetje wennen aan het idee van een gewoon huis, waar eventuele onverlaten toch wat makkelijker binnen kunnen komen. Dus ging de voorkeur uit naar een wat forser en stoerder exemplaar, al was het maar voor een gevoel van veiligheid. Nog eens wat rondgekeken op asiel-sites maar het was het allemaal net niet dus hadden we bedacht dat er maar eens iets “op ons pad moest komen”. En dat gebeurde.

Op een goede dag liep ik met Ozzy in het Bozzy een mevrouw tegen het lijf die met een flinke roedel honden op een bankje in het zonnetje zat te zitten en uiteraard raakten we aan de praat, want zo gaat dat met hondenmensen. Ze had voornamelijk podenco’s (Spaanse jachthonden met enorme oren) bij zich die ze tijdelijk opving totdat er een permanent baasje voor kon worden gevonden, maar ook een enigszins lijpe Stafford en een soort knakworsthondje uit Roemenië. Eén van de podenco’s was een stoere jonge reu met flink wat testosteron, energie en kracht aan boord en daar werd dus een nieuw huis voor gezocht. Nou had ik net een nieuw huis, vlak om de hoek, en we zochten nog een hond. En omdat we Ozzy al heel lang hadden dachten we intussen wel aardig verstand van honden te hebben, dus hebben we Bas vrij snel in huis genomen.

Het tweede kleine hondje van zanger gitarist Ben Blue. Huur een gezellige live band bij Ben's Bookings.Nou, dat viel een beetje tegen. Bas had wel héél veel energie en als-ie die niet kwijt kon ging hij klieren. Moeiteloos de trap naar de zolder op, knieschotten openmaken en de schoenen opvreten, knagen aan de meubels, Ozzy lastig vallen (Die daar helemaal niet van gediend was, dus het was ook nog een enorm gegrom en  gegrauw in huis de hele tijd), ontsnappen en er vandoor als de deur maar even openstond, we werden er doodmoe van. Een keer kwamen we thuis van de boodschappen en zat meneer óp het aanrecht voor het raam doodgemoedereerd te kijken waar we bleven.

De vijfde dag dat Bas in ons huis was hebben we nog een heel serieuze poging gedaan om hem moe te krijgen. Eerst ging Jeanette een flink eind met hem fietsen, daarna maakten we samen met de honden nog een flinke wandeling en ’s middags kwamen er vrienden langs die net een nieuwe pup hadden, dus met heel de meute wéér naar het bos en de honden een paar uur samen spelen. Kapot waren we, dus vonden we een klein middagdutje wel op zijn plaats. En toen we daarna weer beneden kwamen was Bas er alweer helemaal klaar voor en begon vrolijk onze nagelnieuwe tafel op te eten. We gaven het op.

Twee hondjes van zanger gitarist Ben Blue. Een live band voor je bruiloft bij Ben's Bookings.Dus wij met Bas terug naar Bettina (De Podenco-dame) en Jeanette in tranen, want je hecht snel aan zo’n beestje en het is ook niet fijn om het al zo snel op te moeten geven. Kijkt Bettina ineens zo naar dat maffe knakworsthondje en zegt: “Is dát dan niets voor jullie?” Ik zag het gelijk zitten maar Jeanette had eerst weer zo’n gesprekje nodig. Ik heb haar kunnen overreden om Bettina met roedel een keertje op de koffie te vragen om te kijken hoe dat met Ozzy ging. Nou, dat ging wel en toen Bettina naar huis ging vroeg ik of Billie nog wat langer bij ons kon blijven. En ’s avonds heb ik gebeld of ze dan nog een nachtje mocht blijven slapen. En Billie is nooit meer teruggegaan.

Als waakhonden functioneert ons koppel eigenlijk boven verwachting. Als er iemand voor de deur staat, of soms zelfs maar voorbij loopt maken ze een kabaal of de wereld vergaat en zolang je ze niet ziet zou dat zelfs nog een soort van afschrikkende werking kunnen hebben. Verder hebben we een beetje Lady en de Vagebond in huis. Ozzy is een verschrikkelijke smeerpijp die graag in paardenstront of kadavers mag wentelen, of na het zwemmen eens goed paneert in het zand van het ruiterpad, en Billie is een nuffig dametje dat absoluut niet gediend is van natte of koude pootjes en gewoon weigert mee te lopen als de weersomstandigheden haar niet aanstaan. Laatst heb ik haar op bed moeten aanlijnen en meesleuren omdat mevrouw de freule het eigenlijk nog wel een beetje te vroeg vond. Echt een flinke aanwinst voor mijn macho imago dus weer, zeker als ik zelf met Ozzy al honderd meter verder ben en zij me publiekelijk voor schut zet door gewoon te blijven staan.

13. De Murse

Ik heb even getwijfeld of ik dit er wel bij moest zetten, want zelfs voor mij gaat dit wel ver, maar ach; het maakt een mooi rond puntje 13 en je moet toch wat te lachen hebben in het leven.

Gitarist zanger Ben Blue komt altijd verzorgd aan om live muziek te spelen op je feest of bruiloft.Ik loop al jaren te rommelen met wat je allemaal wel niet bij je wil hebben als Moderne Man. Portemonnee, telefoon, huissleutels, autosleutel, dat vervloekte leesbrilletje en ’s zomers een zonnebril. Als je een jas aanhebt kun je het fijn over de zakken verdelen maar als het warm is of je hebt een pak met colbert aan moet je wat anders. De broekzakken volstouwen vind ik niks. Ten eerste heel oncomfortabel maar ik vind al die uitpuilingen in een broek ook volledig geen porum.

In de jaren ’80 had ik nog zo’n heuptasje, en dat kon toen ook prima, maar ik heb daar van de Baas in huis hier een nadrukelijk verbod op gekregen en dat is waarschijnlijk maar goed ook want het kan natuurlijk echt niet meer. Dus alles in een linnen tasje, of een plastic tasje of toch maar een jas aan ook al is het veel te warm.

Totdat ik van de winter in het schitterende plaatsje Ronda in Malaga langs een winkel in lederwaren kwam en daar hing toch zo’n prachtig en handig ding: Een murse. A male purse, een mannentas. Dat was de oplossing dus in de pocket dat ding. Alleen is het toch wel raar om als man met een tasje over straat te gaan, het heeft toch wel weer een wat gekke uitstraling.

Tot nog toe heb ik een aantal verschillende methodes geprobeerd: Het ding zo achteloos mogelijk over de schouder of in de hand dragen met een blik van “ja ik heb een tas en zeg d’r eens wat van”, maar ook wel de murse mét inhoud alsnog in een linnen of plastieken tas doen waar dan nog iets anders in zit zodat ik mezelf kan wijs maken dat ik zo minder verschillende dingen hoef te dragen, hem in de auto laten liggen of gewoon toch maar helemaal niet meenemen en weer met een overbodige jas of uitpuilende broekzakken te lopen. De ideale oplossing heb ik nog niet.

Ik heb voor de grap ooit een nummer geschreven als parodie op de stoere mannenmuziek over een, uiteraard volledig fictieve, man die heel graag een rijke rockster en succesvolle ladykiller wil zijn maar niet doorheeft dat-ie daar echt zelf wat voor zal moeten doen. Als ik zo deze afgelopen 13 puntjes eens bij elkaar optel krijg ik een schitterend plaatje voor mijn geestesoog van de Stoere Oude Rocker die aan komt rijden in zijn Daihatsu Move, met de twee rare hondjes achterin, kek rond leesbrilletje op de neus en een murse op schoot. Het electrische raampje gaat knarsend en piepend heel langzaam omlaag  en ik zeg met een vette knipoog tegen een leuke meid die daar staat:

(Luister hierboven het nummer: “You got the Looks”).

You’ve got the looks, baby. I got the dough.
Just come with me. Who knows where we will go.
I got the wheels, babe. If you got the time
Tonight may be your lucky night. I’m gonna make you mine.

O, yeah!