Zanger gitarist Ben Blue. Covers van Stevie Ray Vaughn, ZZ Top en Eric Clapton van Hurricane Bob, met zanger gitarist Ben Blue.

Om muzikanten hangt vaak een waas van machismo heen. Het vereist uiteraard een bepaald soort moed om op een podium in de spotlights je kunstje te gaan doen en ik heb ook nog een paar van de muzieksoorten gespeeld die echt wel heel errug heavy worden gevonden; Hardrock en Heavy Metal!

Ik begaf me stijlgewijs tussen de mannen van Motörhead, Judas Priest, Twisted Sister en Manowar (Om nog maar te zwijgen van Thor, wie kent hem niet meer…) en was geïnspireerd door Ozzy Osbourne, waarvan gezegd werd dat-ie op het podium kippen en vleermuizen de strot doorbeet, Alice Cooper die zelf gezellig zijn hoofd onder een guillotine legde en de bloed- en vuurspuwende demonen van Kiss. Maar als je alles bij elkaar optelt is dat hele stoere imago me nooit echt helemaal natuurlijk aan komen waaien. Hierbij een relaas in drie delen met plaatjes over:

De (weinig) stoere oude rocker

1: De jeugdjaren

Hardrock en metal worden gezien als nogal stoere muzieksoorten. Toen ik me in de jaren 70 en 80 intensief bezighield met deze genres kleedde ik me dienovereenkomstig in zwarte shirts, een leren jasje en daar een spijkerjasje zonder mouwen overheen. Mét studs én patches en ik had ook een soort van lang haar. Tot mijn grote verbazing en ontsteltenis vertelde jaren later iemand dat mijn verschijning voor hem steevast aanleiding was om een blokje om te lopen. Omdat ik er dus gevaarlijk uit zag. Ik. Gevaarlijk…

Zanger gitarist Ben Blaauw als kind in de zandbak. Bijna vijftig jaar later kun je hem boeken voor een feestje, huwelijk of receptie. Evenals een akoestisch duo, Jazz combo of feestband, bij Ben's Bookings.Nou, het was al heel vroeg duidelijk dat dat er bij mij niet in zat. Terwijl mijn broer in onze oude wijk in Rotterdam Zuid buiten in kerstbomenjachten en knokpartijen verzeild raakte en mensen door etalageruiten heen tikte (Die dat uiteraard hadden verdiend) hield ik me thuis onledig met lezen, tekenen en kluizen bouwen van Lego. Aan het nut van dat laatste kan men twijfelen, maar ik had er schik in.

Mijn ouders namen thuis soms cassettebandjes op als herinnering en het was erg duidelijk wie van de broertjes Blaauw er aan het woord was. “Godverdomme teringkat!” was Johnnie en Bennie was meer van: “Mama mag ik zo meteen helpen afruimen?”

Uiteraard heb ik kattenkwaad geprobeerd, maar zowel mijn eerste poging tot belletje trekken als die tot appeldiefstal en zwartrijden in de tram resulteerden door ongelofelijk geschutter van de kleine potentiele delinquent in direct gepakt worden, zodat ik me al vroeg realiseerde dan een leven in de misdaad voor mij niet was weggelegd. En toen werd Bennie twaalf en kreeg hij zijn eerste gitaar.

2: Gitaar spelen

Fanatiek was ik wel. Elk vrij moment zat ik te oefenen en te studeren en drie jaar later werd ik gevraagd in mijn eerste band: “Crash Landing”, een blues en rock-band. Deze heren waren allemaal een stuk ouder dan ik en er was een enthousiaste inname van bier bij elke repetitie en alle optredens. Dus als je dat stoer vindt, was ik stoer. Zeker voor een vijftienjarige.

Zanger gitarist Ben Blue in 1978. Boek deze muzikant, een akoestisch duo, feestband of Jazz combo bij Ben's Bookings. Voor je feest, huwelijk of receptie.Weer drie jaar later werd ik door bassist Arthur Hartman Highway Chile binnengesmokkeld. Arthur zat bij mij in de klas en zag een tweede gitarist wel zitten. Hij gaf me stiekem een cassettebandje met het voltallige repertoire en dat studeerde ik van voor tot achter in. Vervolgens ging ik eens “toevallig” kijken bij een repetitie van de band in hun oude bunker, met “toevallig” een gitaar bij me. We hadden niet verteld dat ik alle nummers had ingestudeerd en ik maakte enorme indruk op de mannen door elk nummer dat ze speelden vlekkeloos mee te doen. Dat was kat in ’t bakkie; ik zat bij Highway Chile. Daar begon die toestand met leer en denim en werd ik een echte hardrocker.

Eigenlijk is het natuurlijk volslagen absurd. Als je elk vrij moment gebruikt om muziek te studeren, je bekwaamt in de theorie en je de blaren op de vingers oefent om sneller te worden kom je nooit toe aan heftige dingen als snelle brommers, vechtsport, of criminaliteit of dingen met meisjes en zo. God, wat was ik nog steeds braaf. Maar ik had wel een joekel van een Marshall, een gitaar met punten en die outfit. Dus pas maar op.

3: De motorclub en de Puch Maxi

In die tijd vonden de hardrockende Rotterdammers elkaar in de Chillup in Rotterdam Zuid. Een houten keet in the middle of nowhere waar de buren ver genoeg weg waren om geen last van ons te hebben. Als ik er zaterdagavond aankwam stak ik soms eerst een arm naar binnen waar dan meestal al snel een biertje in werd gedrukt, en we dronken tot diep in de nacht op de klanken van Saxon, Judas Priest en Iron Maiden. Dit etablissement werd ook gefrequenteerd door de dames en heren van een nogal serieuze motorclub uit Bleiswijk. Jongens waar je echt geen ruzie mee wilde, zeg maar. Tegenwoordig zouden ze verboden worden. Op een avond Zanger gitarist Ben Blaauw scheurde door het verkeer op zijn Puch Maxi. Boek de leukste live muziek bij Ben's Bookings.zei dikke Sjoerd met zijn schuurpapieren stem  tegen me: “Hé Bennie. Hé Bennie. Jij hep toch geen meissie?” “Eh, nee Sjoerd, nu even niet, hoezo?” “Nou”, zei Sjoerd, “dan hebbie hier een meissie.”, waarop hij een alleraardigst klein Indonesisch motormeisje optilde en op de kruk naast me plantte. Ik heb dik twee jaar verkering met Bertie gehad, hartstikke leuk.

 

Omdat ik met het motormeisje omging was ik ook welkom in het clubhuis van de heren. Alleen kwam ik op de Puch Maxi, (40 km/u hellinkie af windje mee) en die parkeerde ik dan gewoon naast de Harley’s. Maar dat werd geaccepteerd, zélfs als ik mijn knalgele regenpak aan had, omdat ik zo lekker heavy gitaar speelde. Eén keer werd ik wel een beetje te populair met een van de dames waarop haar vriend me even apart nam en in alle vriendelijkheid vertelde dat hij, zij het met tegenzin, toch echt even met zijn motor over mijn kop heen moest rijden als ik daar mee doorging. Een mooi moment om eens een beetje gas terug te nemen.

4: Heupbangen en de domme grijns

Headbangen is me helaas ook nooit helemaal gelukt. Ik ben een devoot fan van Judas Priest en het simultaan logge headbangen van Tipton, Downing, Hill en Halford behoren voor mij tot de mooiste bewegingen op aarde. AC/DC, ook zo mooi.

Maar ergens heb ik dit verbasterd tot een soort mallotig ge-heupwieg. Misschien werd ik wel zo opgewonden van de muziek dat mét het bloed ook alle bewegingen van mijn hersenpan naar de lendenen vloeide maar het zag er eigenlijk niet uit. Daarbij werd ik (En ook mijn medebandleden van intussen Helloïse) zo blij van onze muziek en het succes dat er een soort permanente, extreem stupide grijns op mijn gezicht geplakt zat. En dat gecombineerd met de outfits, het haar en de make-up. Maar dat wordt een volgend hoofdstuk.

Ga verder naar deel 2: “De outfits, het haar en de make-up”, “mannenvaardigheden”, “de midlife crisis” en “de vrouw”.