Er zijn opmerkingen die op zich hartstikke vriendelijk en leuk zijn maar als je ze te vaak hoort worden ze toch een beetje wrang. Voor sommige mensen kan dit zijn:
“Het is wel een heel lief kind.”
“Je hebt in elk geval wel een heel eigen stijl.”
“We hoeven toch niet allemaal professor te worden.”
“Nee joh, dat is gewoon je bouw. Zware botten.”
“Wil je misschien een pepermuntje? Kauwgumpje? Doekje voor je mond?”
In mijn geval heb ik in de laatste periode van intensief klussen heel vaak gehoord: “Maar jij kunt dan weer heel mooi gitaarspelen.” Op zich hartstikke aardig. Maar een mens moet toch ook zijn beperkingen kennen. Ik overweeg iemand aan te stellen die me, zodra ik hardop overweeg om weer eens te gaan doe-het-zelven direct en onverbiddelijk hard op het hoofd slaat met een willekeurig stomp voorwerp.
Vandaag moest er een lamp verhangen worden. Een paar handelingen: Het ding hing al aan een haakje, een paar meter bij het stroompunt vandaan. Dus een draad op maat maken, strippen, aan twee kroonsteentjes vastmaken en aan beide kanten het afdekplaatje vastzetten. En even netjes een kabelgootje er omheen. Tien minuten, kwartiertje denk je dan.
De draad strippen ging fijn en vervolgens was ik geruime tijd boven mijn hoofd in een onmogelijke houding aan het klooien om de twee draadjes aan de kroonsteen van de lamp te bevestigen. Na een aantal mislukte pogingen kletterde het schroefje waarmee de afdekplaat vastzit op de grond. Kwartiertje zoeken leverde niets op en nog een kwartiertje in een tas met ongesorteerde schroeven zoeken naar een geschikte vervanger ook niet. Toen nog maar even op de grond naar de verloren schroef gezocht en vervolgens in die tas naar een andere. Niks hoor, terug naar het plafond. Daar bedacht ik me na verloop van tijd dat die hele lamp nog nergens aan vast zat zodat ik hem net zo goed even los kon halen om de draad rustig te bevestigen. Dat was zo gebeurd en nu kon ik kijken of ik niet netjes een klein hapje uit de afdekplaat kon halen om de draad door te leiden, zodat-ie netjes aan zou sluiten op het plafond. Ik heb dat geprobeerd met een tangetje. En met een te grove ijzerzaag. En met een te botte ijzerzaag, een Stanleymes en Godbetert een keukenschaar maar ik ben er slechts in geslaagd mezelf een beetje pijn te doen, een paar lelijke plekken op het ding te maken en er zit nog steeds een kier tussen. Maar ja, ik kan hem toch niet vastzetten want ik heb geen schroefje.
Het plafondplaatje op het originele stroompunt had een voorgeponsd inkepinkje voor het snoer dus dat was geen probleem en het was maar eventjes rommelen voordat de draad aan het kroonsteentje zat. Er zat nog een onderdeel van een oude armatuur op en die heb ik er met de schroefjes netjes afgehaald en voor eventueel later gebruik in die tas met schroeven gemikt. Daarna bedacht ik me dat ik die schroeven ook weer nodig had om het nieuwe plaatje vast te zetten en een nieuwe langdurige speurtocht in de tas kon een aanvang nemen. Toen ik de schroef weer had glipte die maar een keer of vier, vijf uit mijn vingers in het hoogpolig tapijt voordat ik het plaatje vast had. Nu moet er alleen nog een kabelgootje om de kabel heen maar degene die ik had gehaald is veel te groot dus na twee uur geklungel hangt de draad nog te bungelen, het plaatje van de lamp hangt scheef en het schroefje is kwijt. En de kamer staat vol gereedschap en troep.
Gelukkig kan ik wel heel mooi gitaarspelen. En stukkies schrijven, ik ben zo vervloekt creatief…